top of page

Grenzen aangeven in relaties

  • Foto van schrijver: Anne Olsthoorn
    Anne Olsthoorn
  • 1 mei
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 30 mei

Een tijd geleden deed ik met een stel een sessie over grenzen. Dat was een onderwerp dat af en toe terugkwam in hun sessies en waarover we besloten om er een hele sessie aan te weiden. Ik deed ter voorbereiding een klein literatuuronderzoek in mijn favo boeken over relaties en kon mij goed vinden in de zienswijze van Betty Martin, de schrijfster van The Wheel of Consent. Zij neemt als voorbeeld twee roedels wolven om uit te leggen hoe zij de concepten domein, grens en limiet gebruikt. Ik neem je er graag mee doorheen.


Domein en grens


Stel dat jij een roedel wolven bent en jouw partner is een andere roedel wolven (vanuit het meervoudige mensbeeld van IFS helemaal niet zo heel gek gedacht! Lees meer over IFS hier). Jouw roedel en de roedel van je partner hebben beiden hun eigen domein: het leefgebied van de roedel. Tussen die beide domeinen ligt de grens. Zolang beide roedels in hun domein blijven, gaat het goed. De roedels leven naast elkaar en er is geen ruzie. Op het moment dat er een wolf over de grens gaat, is het mis.


Alles waar jij zeggenschap over hebt, ligt in jouw domein: jouw lichaam, jouw emoties, jouw wensen en behoeften, je pijnpunten, jouw innerlijke ervaringen. Wat in jouw domein ligt verandert niet: jouw domein blijft jouw domein. Jij hebt het (enige) recht op alles binnen jouw domein, EN je hebt ook de verantwoordelijkheid voor alles binnen jouw domein. Recht en verantwoordelijkheid gaan hand in hand. Hoe meer je verantwoordelijkheid kunt nemen voor wat in jouw domein ligt, hoe meer je vrijheid kunt ervaren. Voorbeelden van verantwoordelijkheid nemen zijn: je eigen emoties erkennen en ervaren, jouw reactie kiezen wanneer de ander een wens uit, nee zeggen wanneer je nee voelt, je wensen en behoeftes uitspreken wanneer je die hebt. Het gaat erom dat jij ten alle tijde mag willen (let op: willen, niet doen) wat je wil: het is je recht en je verantwoordelijkheid. En de keuze van de ander of die mee wil doen is diens recht en verantwoordelijkheid.


De grens is waar jouw domein eindigt. De grens zegt dus iets over waar jouw recht op en verantwoordelijkheid voor ophoudt en dat van een ander begint. Voorbeelden van over die grens gaan zijn: een ander verantwoordelijk stellen voor iets wat in jouw domein ligt (bijvoorbeeld voor jouw gevoelens), een ander het recht geven op iets wat in jouw domein ligt, het recht claimen op iets dat in het domein van een ander ligt (bijvoorbeeld: ik heb recht om jou aan te raken wanneer ik dat wil, maar ook: ik heb recht op een antwoord van jou, of ik heb recht op jouw steun/liefde/intimiteit), Iets proberen te veranderen wat in de ander zijn domein ligt is ook over de grens gaan. Bijvoorbeeld wanneer je geen genoegen kan nemen met wat de ander voelt, en die probeert te overtuigen om het anders te voelen.


Grenzen in relaties
Domein en Grens volgens Betty Martin

De praktische implicaties van grenzen zijn duidelijk: als je over de grens gaat ben je aan het  rommelen met rechten en verantwoordelijkheden. Maar zo helder voelt het meestal niet. Geen zorgen: er gaat (vaak) niet meteen iets mis als je onwetend over de grens gaat (en je eigen domein verlaat). Ik durf te zeggen dat in de meeste relaties wel iets van grensoverschrijding gebeurt. Al is het maar omdat we bijvoorbeeld bepaalde verwachtingen hebben van de ander, en dan gaan morren wanneer die daar niet aan voldoet (terwijl we onze verwachtingen niet eens met die ander besproken hebben). En hoe vaak gebeurt het niet dat we de ander verantwoordelijk houden voor onze gevoelens? Neem bijvoorbeeld verliefdheid: als je verliefd bent, dan zou je zomaar kunnen denken dat die ander jou dat gevoel geeft...


Dus hoe doe je dat nou, je grenzen aangeven in relaties?


Wanneer het in relaties gaat over grenzen aangeven, gaat het meestal over de vraag: wat vind ik nog ok en wat niet? Dit is wat Betty Martin limiet noemt: jouw keuze om iets te doen (of om ergens aan mee te doen) - of niet. De limiet is veranderlijk, kan afhangen van je bui, de situatie of wie je tegenover je hebt (sommige mensen wil je wel knuffelen, anderen niet, en weer anderen soms).


Hoe gaan we nou praktisch om met onze limieten? Want: als het over ons lichaam gaat kunnen we die misschien redelijk (leren) aanvoelen en aangeven: nee daar mag je me niet aanraken, kom niet dichterbij, ja dat kan ik geven maar niet te lang, etc. Voor de rest van de ‘dingen’ die binnen ons persoonlijke domein vallen, wordt dit verhaal een stuk waziger. Hoe geef je een emotionele limiet aan? Hoe weet je dat je niet de ander aan het verantwoordelijk maken bent voor jouw gevoelens? De sleutel ligt hem in de ‘ actieve persoon’ in de bewoording van de limiet: wanneer die ander of de situatie (A) dan is jouw keuze of actie (B). Een limiet kan bijvoorbeeld zijn: wanneer jij op luide toon communiceert, ben ik niet beschikbaar voor een gesprek. Of: als jij onveilig vrijt met een ander, dan zal ik dat niet meer met jou doen.


Limieten: de rand tussen ja en nee


Een limiet is een versie van: hier doe ik niet aan mee, waarin duidelijk is dat de ander het recht heeft om zijn eigen keus te maken (jij hebt immers niets te zeggen over wat er in diens domein ligt), maar waarin die ander ook alle informatie heeft over wat jouw acties zullen zijn wanneer de ander die keuze maakt. Om je limieten uit te spreken is veel durf nodig. En om ze te handhaven al helemaal. Maar: uiteindelijk wordt de hele boel er helderder van. Wanneer limieten niet (goed of volledig) uitgesproken worden, ziet de ander alleen wat het met je doet of wat het idee met je doet. De ander ziet alleen jouw emotie of geraaktheid, en moet dus gissen naar hoe ok het is als die toch zijn wens volgt. De kans bestaat dat de ander inlevert op diens wens, een compromis sluit, waar dit niet nodig is. Of op eieren gaat lopen omdat die niet weet wat wel en niet welke reactie teweegbrengt. Het toffe aan goed je limieten kunnen aanvoelen en aangeven, is dat er dan minder regels nodig zijn. Als de ander er van op aan kan dat jij je limieten goed aanvoelt en aangeeft, dan is het makkelijker om daar rekening mee te houden. Er is immers geen ‘onbekende wereld’ van misschien-limieten waar per ongeluk overheen gegaan kan worden. 


Nog iets leuks over limieten: omdat ze veranderlijk zijn, kun je ze oprekken. Door in een vertrouwde situatie te spelen met het randje van je limiet (daar waar je nog nieuwsgierig bent), kun je vertrouwder worden met je eigen limieten. Weten wat er in jouw domein ligt is een voorwaarde voor het leren kennen van je eigen limieten. Als je niet weet waar je recht op hebt en wat er binnen jouw verantwoordelijkheid valt, voelt het tricky om je te verbinden: je weet immers niet of en wanneer je nee mag zeggen! Om het randje op te zoeken moet je eerst goed worden in verantwoordelijkheid nemen voor je keuze (en nee zeggen wanneer het nee is). Belangrijke stappen bij limieten: de tijd nemen om ze aan te voelen, erop vertrouwen dat het klopt wat je voelt, waarderen (ja, mijn limiet is belangrijk) en communiceren


bottom of page